Skip to main content
SearchLoginLogin or Signup

Rugbeelden

Published onJun 27, 2024
Rugbeelden
·

1.

Ik droom af en toe dat ik in de drukte van een stationshal ineens een rug zie opduiken die ik herken: ‘hé dat is H., wat leuk’. Het is daar een chaos van jewelste maar omdat ik zeker weet dat H. al jaren dood is probeer ik toch uit alle macht om mij door de menigte heen te worstelen om hem te bereiken, langs de koffers, de trolleys, de opgestapelde rugzakken, de kinderwagens. Maar aan het gedrang komt helaas pas een eind als ik wakker schrik.

2.

In een vreemde stad zie ik een aantal mensen voor een winkelpand staan. Het is geen opstootje want daarvoor staan ze te stil, hun ruggen vormen een haag. Als ik naderbij kom en over de schouders kan kijken, zie ik in de etalage diverse kingsize beeldschermen staan. Knetterende kleuren, verspringende beelden.

In het grote raam van de etalage dat zich tussen de kijkers en de schermen bevindt zie ik ook de weerspiegelingen van hun gezichten oplichten. Tegelijkertijd is ook zichtbaar wat zich in de winkelruimte achter de schermen afspeelt, daar zijn verkopers in gesprek met klanten, verkopers die af en toe een blik werpen - bezorgd - op de mensen die voor de etalage samendrommen om naar de vuurzee van het breaking news te kijken. Zo komen de drie lagen van de passanten, het wereldnieuws en de verkopers samen in het glazen oppervlak van de etalage.

3.

Een tijdje geleden was er een demonstratie tégen de klimaatveranderingen en vóór adequate maatregelen. Ik ben even kwijt of het ‘de’ klimaatmars was of een van de andere optochten, het was in ieder geval in november en het was grijs rotweer en de lucht had een loden ‘gevoelstemperatuur’. Tijdens die ernstige maar ook wel saaie bijeenkomst gebeurde er iets dat mij prikkelde:

OP DE DAM
(klimaatmars 6-11-21)

als het zonlicht doorbreekt
en valt op twee flaporen voor mij in de menigte
zie ik twee dieprode vlinders

4.

In de schilderijen van Caspar David Friedrich wordt opvallend vaak iemand op de rug getoond. Heel bekend is bijvoorbeeld het schilderij van een wandelaar op een bergtop die over de dalen en de lage wolken uitkijkt. Ook bekend (van posters) is een monnik die staande op het strand bij de waterlijn verzonken lijkt in de aanschouwing van een woest zeelandschap met stormlucht. Een derde greatest hit toont diverse mensen die op een klip in de verte staren, naar een zeilschip dat scherp afsteekt tegen het avondrood.

Die figuren staan daar niet zomaar, ze hebben een functie, ze geleiden de blik van de toeschouwer. Langs de rug van de wandelaar, van de monnik, kijken wij als het ware met hen méé in de verte. De ruggestalten zijn een soort stand-ins voor ons als toeschouwers.

De filosoof (en dichter) Maarten Doorman keert in zijn boeken geregeld terug naar het werk van Caspar David Friedrich. Hij signaleert dat diens landschappen vaak een sfeer ontvouwen, een sfeer die een gemoedstoestand suggereert. Indirect geven de landschappen aan wat er gebeurt in het innerlijk van bijvoorbeeld de wandelaar, de monnik. Het hele krachtenspel van verlangen, vrijheidsdrang, melancholie. Wat dat betreft is een rugaanzicht heel functioneel. De toeschouwer wordt uitgenodigd om op die rug een innerlijke beleving te projecteren.

5.

Op het stadsplein staat een enorme massa mensen die allemaal naar het podium kijken, daar bewegen kleine figuren onder een gigantisch beeldscherm dat uit drie delen bestaat. Gebiologeerd kijk ik met de anderen mee, mijn blik een beetje schuin omhoog gericht. Pas als ik - na verloop van tijd - van houding verander en mijn blik even laat zakken, zie ik ineens een zee van ruggen tussen mij en het scherm. Allemaal hoofden die een kant op zijn gericht. Ook zie ik hoe de kale koppen glanzen, hoe ze dobberen.

6.

Eind jaren 50. Niet lang voor mijn geboorte gaat een echtpaar op huwelijksreis naar Egypte. Ze arriveren in Gizeh. Na het eten maken ze een wandeling in de buurt van de piramides. In de schemering zien ze een stenen gevaarte dat zowel rond als langgerekt lijkt te zijn. Raadselachtig. Zeker in vergelijking met de silhouetten van de piramides ziet het eruit als een vormloze steenklomp. Als ze ernaar toelopen, er omheen trekken en vervolgens het gezicht ontdekken, blijkt het de fameuze Sfinx te zijn. Van de achterkant benaderd leek het helemaal nergens op.

7.

Ten tijde van de oorlogen in Joegoslavië was ik verbaasd door de foto’s (mugshots) van de mannen die werden aangeklaagd door het Tribunaal (ICTY). Mannen die vreselijke misdaden hadden begaan tegen hele bevolkingsgroepen, maar die ook vaak direct geweld tegen hun buren hadden gepleegd. Ik was verbaasd dat ze allemaal min of meer normale koppen hadden (wel dikke) en er niet als moordenaars uitzagen. Los van de kwestie wat ik dan precies voor verwachtingen had, was het gewoon onnozel van mij, dom dom, want hier zien de misdadigers er ook niet uit alsof ze voldoen aan een blauwdruk.

8.

(Travnik) De auto’s voor ons beginnen steeds langzamer te bewegen. Dan staat alles stil. Minutenlang. Muurvast. De busdeuren worden geopend, voor de frisse lucht. Ik stap uit, de warmte is bedwelmend. Een tijdje sta ik wat te kijken, loop dan langs de auto’s naar voren. Een enorme rij van bumpers en achterlichtjes, hier en daar drentelen chauffeurs in de berm. Als ik eindelijk aankom bij de voorkant van de file blijkt daar een wegversperring te zijn, een symbolisch protest. Een stuk of tien krukken liggen op het wegdek. De oorlogsinvaliden protesteren tegen het niet betalen van hun pensioenen. Ze zijn pisnijdig. Zoveel begrijp ik uit de Duitse woordjes van een omstander. De landstaal spreek ik niet. Bij deze demonstratie houdt één Unifil soldaat de wacht, in vol ornaat. Grote helm met kap, een rugzak waaruit een antenne steekt, een gevechtsuniform waarvan de zakken opbollen van de spullen. Het geheel wordt gecompleteerd door een supergroot geweer. Een werkelijk imposante verschijning. Op een gegeven moment kijk ik door de transparante kap recht in de ogen van de soldaat, en ik zie hoe bang hij is. Niet veel ouder dan 22. Een jongen eigenlijk, diep weggedoken in zijn high tech harnas, ver van huis.

9.

En dan is er de klassieke situatie waarin enkele mensen een stad ontvluchten met als opdracht niet om te kijken vooral niet om te kijken. En terwijl achter hun rug de stad in brand vliegt en vernietigd wordt, kan een van hen het toch niet laten om toch even om te kijken. Die persoon verandert dan volgens de overlevering in ‘een zuil van zout’. Een typering die ik altijd heel geheimzinnig heb gevonden, tot ik onlangs verblind werd door tranen, tranen die langs mijn wangen biggelden en in mijn mondhoeken sijpelden en ik ineens begreep dat die zuil van zout een vrouw moet zijn geweest die zichzelf uit ontzetting helemaal leeg moet hebben gehuild, daar op die helling verstijvend in de droge warme woestijnlucht.

10.

In een van de korte teksten die Walter Benjamin schreef aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog komt een engel voor. Die figuur ontleende hij aan een prent van Paul Klee. Terwijl hij nadacht over thema’s als geschiedenis, vooruitgang en catastrofe werd Benjamin geïnspireerd door die afbeelding van een engel met brede vleugels en met ogen die groot zijn van ontzetting.

Als metafoor voor onmacht is de engel van Benjamin bijzonder goed getroffen: de engel die met wijdopen vleugels door een stormwind uit het verleden ruggelings de toekomst in wordt geblazen terwijl hij toe moet zien hoe in dat verleden (waaruit hij wordt weggeblazen) vóór zijn ogen de puinhopen groeien, hoe de ene na de andere ruïne opbloeit. Door de kracht van de wind kan de engel zijn vleugels niet sluiten. Machteloos kijkt hij toe.

11.

Wat ik akelig vind is wanneer in een film de hoofdpersoon een gevaarlijk gebouw binnengaat en daarbij van dichtbij wordt gevolgd door de camera. Het beeldkader is benauwend, het beeld schokt. Je kunt niet goed zien wat er links of rechts gebeurt. Geen overzicht. Wat we vooral zien is de rug. De held beweegt gespannen voorwaarts. En de camera volgt, dicht op zijn rug.

Dit veroorzaakt een dreigende sfeer, de mogelijkheid dat iets of iemand plots kan toeslaan, uit een onverwachte hoek. Het wekt bij mij een gevoel van onmacht, je weet dat het ieder moment fout zal gaan, maar je kunt niks doen, je kunt hooguit roepen: ‘pas op achter je’.

Toekijken, als vanachter dik glas, toekijken hoe die dove brede rug zich voortbeweegt door de gangen en de kamers. Een rug die niet weet wat er zich afspeelt, geen dekking heeft, een rug die kwetsbaar is.

En dan gebeurt het toch - in een flits.

12.

Ik stipte al aan dat in de schilderijen van Caspar David Friedrich vaak iemand op de rug wordt getoond. Het meest bekend zijn de wandelaar op de bergtop en de monnik op het strand die naar een stormlucht boven zee kijkt. Minder bekend is het schilderij waarin een soldaat wordt getoond die op een (berg?)helling stilstaat voor de boomgrens van een dicht woud. Ook deze soldaat wordt op de rug getoond, al is zijn bovenlichaam enigszins gedraaid. Zijn voeten staan ook niet helemaal recht maar in een v-vormige hoek. Daaraan kun je zien dat hij even pas op de plaats maakt en iets overdenkt. Kennelijk komt de soldaat uit de vlakte en pauzeert nu om te overwegen of hij het pad verder zal volgen en het woud zal binnengaan.

Wij kijken langs zijn rug met hem mee, de ruimte tussen de bomen ziet er donker uit - zeker vergeleken met de helling - en het woud opent zich net voldoende om te tonen hoe diep het is.

De peinzende houding van de soldaat krijgt een extra accent door een kraai die prominent op de stronk van een omgezaagde boom zit, dat detail is een teken dat ‘pas op’ lijkt te knipperen. Het silhouet van de kraai steekt overigens duidelijk af tegen de sneeuw die op de grond ligt. En de sneeuw krijgt hier een daar een melancholisch accent door de bronzen kleur van het licht waarin het landschap baadt.

Het is een geheimzinnig tafereel, ook de titel geeft weinig bloot, die luidt simpel ‘Der Chasseur im Walde’ (1814). Misschien is dat een van de redenen waarom de filosoof Maarten Doorman diverse keren op dit schilderij is teruggekomen. Het staat wel drie keer afgebeeld in zijn boeken (in 2004, 2018 en 2023) telkens voorzien van - summier - commentaar en het fungeert zelfs als cover van zijn laatste studie waaraan het ook de titel heeft gegeven ‘Een jager in het woud’. Desondanks wordt niet helemaal duidelijk wat hem nou precies zo fascineert aan dit doek. Uit het commentaar kun je wel leren dat hier waarschijnlijk een soldaat uit het leger van Napoleon wordt neergezet die op de terugweg is naar huis. Ook wordt aangestipt dat de soldaat een tussenpositie inneemt, hij staat letterlijk tussen voor- en achtergrond, tussen het lichte van de helling en het donkere van het woud. (Misschien ligt daar een parallel met de spanning tussen Verlichting en Romantiek.) De soldaat bevindt zich als het ware tussen het ontsnapt zijn aan de gevaren van de oorlog en het tegemoet lopen van de gevaren in het woud. Hij laat een heel traject achter zich en gaat nu het ongewisse tegemoet. Wij zien hem hier in tweespalt, hij staat op een drempel.

Temidden van de vele schilderijen die Friedrich heeft gemaakt waarin een rug een rol speelt, is dit doek een uitzondering in die zin dat hier iemand niet louter aan het kijken en contempleren is (zoals die wandelaar of die monnik) maar dat hier een besluit wordt genomen. De soldaat staat daar en piekert over de vraag hoe hij verder zal gaan (ja dat zie je aan de rug en aan de stand van de voeten). Er wordt gewikt en gewogen, het is echter de vraag of de uitkomst de meest redelijke zal zijn. Een omweg zou waarschijnlijk het verstandigste wezen, maar de opening tussen de bomen lokt, de verleiding van het romantische woud zal waarschijnlijk te groot blijken. Bij nadere beschouwing (en studie) blijkt dat we vermoedelijk kijken naar de vooraankondiging van een drama. De soldaat neemt geen omweg, loopt het woud in en wordt verzwolgen zoals vele reizigers en indringers voor hem (o.a. de beroemde 3 Romeinse legioenen waarover Tacitus schrijft).

Veertien jaar na dit doek zal Friedrich weer een woudrand op een helling met sneeuw schilderen (Frühschnee, 1828) maar in dat vergelijkbare tafereel valt dan geen mens meer te bekennen.

Comments
0
comment
No comments here
Why not start the discussion?