Mr.drs. Johan Koolen1
Hans Arts beschouw ik als mijn voornaamste mentor. Hij was dat voor mij vrijwel direct vanaf het moment van mijn indiensttreding begin november 2011 bij Wesselman Accountants | Adviseurs als junior belastingadviseur. Ik was daar nog maar net in dienst toen de Hoge Raad op 25 november 2011 in drie arresten2 zijn oordeel gaf over de onzakelijke lening. Het enthousiasme waarmee Hans dit onderwerp tot zich genomen heeft en zijn kennis daarover heeft verspreid, maakte mij nog enthousiaster. Het onderwerp past nog steeds perfect bij Hans. Het onderwerp past bij zijn proefschrift getiteld ‘Kapitaalstortingen voor de vennootschapsbelasting’, dat hij bijna 15 jaar daarvoor, op 30 mei 1997, heeft verdedigd aan de Universiteit Maastricht.3 Zijn proefschrift had en heeft daarmee nog altijd veel actualiteitswaarde.
Hans heeft zijn kennis over het leerstuk van de onzakelijke lening gebundeld in de Fed Fiscale Brochure over onzakelijke leningen4 en hij heeft ook gezocht naar een deugdelijke wettelijke basis voor het leerstuk van de onzakelijke lening5 en de plaats daarvan in het fiscale recht.6 Er is veel debat geweest7 over het leerstuk en zijn zienswijze is niet altijd gedeeld8, maar dat heeft hem er nooit van weerhouden om zijn plek in het fiscale debat in te nemen. Het is belangrijk dat zijn stem gehoord wordt voor de fiscale ontwikkelingen op dit vlak.
De onzakelijke lening was in de tijd dat ik aanslagen vennootschapsbelasting regelde bij de Belastingdienst9 een thema dat hoog op de agenda stond. Mijn werkzaamheden bestonden voor een wezenlijk deel uit de beoordeling van de (on)zakelijkheid van leningen. Het laat zich raden dat Hans en ik, na mijn indiensttreding bij Wesselman Accountants | Adviseurs, ook zeer regelmatig spraken over het leerstuk van de onzakelijke lening.
Dit is een ode aan een mentor. Hans was voor mij de beste mentor die ik mij als mentee kon wensen. Hij heeft me als geen ander professioneel gevormd en me geholpen me te ontwikkelen tot de professional die ik nu ben. Daar ben ik hem heel dankbaar voor. Ik heb recent officieel zijn oude rol als directeur vaktechniek overgenomen bij Wesselman Accountants | Adviseurs, maar denk nog vaak terug aan de overleggen die wij samen hadden. Daarbij nam ik mij altijd voor: Hans heeft gelijk, tenzij ik voldoende overtuigende argumenten kan overleggen om Hans te bewegen naar mijn standpunt. Die methode van werken is mij altijd heel goed bevallen. Hans gaf me ook altijd alle ruimte om mijn eigen opvattingen te vormen, maar zeker is dat we het vaker eens dan oneens met elkaar waren. Als we het oneens waren, was het spel altijd fair en ontstonden daarbij mooie nieuwe inzichten. Een van de uitgangspunten die we zeker delen is dat we uitgaan van de eenheid van de rechtsorde. Het civiele recht is leidend en het fiscale recht lijdend.
Vanaf het begin was me duidelijk dat Hans niet zomaar een mentor was. Zijn ‘klaslokaal’ is geen plek van starre regels, maar een arena vol ideeën, een laboratorium van het denken waar elk vraagstuk werd ontleed met de precisie van een chirurg en de nieuwsgierigheid van een kind. Het is onmogelijk om de volledige omvang van zijn invloed op mijn leven in woorden te vatten. Hij was meer dan een mentor; hij was een gids, een vertrouwenspersoon, en, uiteindelijk, een vriend.
Boven alles is Hans een inspirator, iemand wiens passie voor het leven en leren aanstekelijk werkte. Hij toonde me dat elke dag een kans is om te groeien, te leren en bij te dragen aan de fiscale wereld om ons heen. Zijn enthousiasme is een vonk die mijn eigen nieuwsgierigheid en passie voor het vak nog verder aanwakkerde.
Nu, jaren later, besef ik dat de grootste les die hij mij leerde is, dat mentorschap geen eenrichtingsverkeer is. Het is een cyclus van geven en nemen, een ketting van kennis en wijsheid die doorgegeven wordt van generatie op generatie. Dat doe ik vanuit het adagium om telkens de theorie aan de praktijk te verbinden en hoop anderen te inspireren zoals hij mij ook altijd geïnspireerd heeft.
Zo eindigt deze ode niet als een afscheid, maar als een belofte; een belofte om de vlam van kennis en wijsheid brandend te houden, om zijn nalatenschap als mentor voort te zetten. Want in de echo van zijn lessen ligt de sleutel tot een betere beheersing van de fiscaliteit. Een wereld waarin ik zelf ook als mentor optreedt, op mijn eigen manier, maar zeker ook met zijn wijze lessen in het achterhoofd.
Dank je wel, Hans! Dat we nog maar veel mooie en vruchtbare gesprekken mogen voeren over de fiscaliteit en al het andere dat het leven verrijkt en mooi maakt.